De groepenkast verdeelt de energie over een woning. De kast is opgebouwd uit onderdelen zoals een hoofdschakelaar, één of meer aardlekschakelaars, installatieautomaten en/of aardlekautomaten en vaak ook aanvullende onderdelen zoals een beltransformator. De groepenkast is in het algemeen ondergebracht in de meterkast. In geval van brand of andere calamiteiten moet de meterkast snel bereikbaar zijn, zodat stroom en gas kunnen worden afgesloten. Vaak gebruiken mensen de meterkast als opbergruimte voor de stofzuiger, een trap, of nog erger: ze timmeren er plankjes in en gebruiken de meterkast als bergruimte. Dat is gevaarlijk en in strijd met de voorschriften.
De NEN 1010 (wetgeving) stelt sinds 2005 verplicht om in elke nieuwe of aangepaste groepenkast een hoofdschakelaar te plaatsen. Een hoofdschakelaar, ook wel lastscheider genoemd, is een schakelaar in een groepenkast die alle aangesloten elektrische installaties in één keer aan- en uitschakelt.
De groepenkast heeft twee soorten beveiligingen: de aardlekschakelaar en de installatieautomaat. De aardlekschakelaar is grofweg bedoeld als extra veiligheid voor mensen en de installatieautomaat met name voor het beschermen van aangesloten apparatuur.
Een aardlekschakelaar meet of de in- en uitgaande stroom gelijk zijn. Is het verschil groter dan een ingestelde waarde (zoals 0,03 A), dan schakelt de aardlekschakelaar uit. Een ‘lekstroom’ kan bijvoorbeeld ontstaan bij een storing in een apparaat. Bij geaarde apparaten vloeit de lekstroom via de wandcontactdoos weg, terwijl bij niet-geaarde apparaten het apparaat onder spanning komt te staan. De aardlekschakelaar schakelt bij lekstroom automatisch uit en zorgt zo dat iemand die een apparaat aanraakt dat onder spanning staat geen schok krijgt. Zo kunnen onveilige situaties zoals brand of ongelukken met dodelijke afloop worden voorkomen. Vanwege het grote belang voor de veiligheid is een aardlekschakelaar sinds 1975 verplicht in nieuwe of gewijzigde installaties. Sinds 2005 moeten er zelfs minimaal twee aanwezig zijn.
De complete elektrische installatie in woningen moet met een aardlekschakelaar worden beveiligd. Ooit werd er onderscheid gemaakt tussen zogenaamde natte en droge groepen, maar dat is niet meer het geval. Op een aardlekschakelaar mogen maximaal 4 groepen worden aangesloten. De aanbeveling is om die groepen zo over de aardlekschakelaars te verdelen, dat op elke verdieping stroom beschikbaar blijft als een aardlekschakelaar uitvalt. Dan kan er een lamp aan om na te gaan wat er aan de hand is.
Een installatieautomaat wordt ook wel maximaalschakelaar, zekeringautomaat of automaat genoemd. Een installatieautomaat beschermt de bedrading van elektrische installaties tegen schade door te hoge elektrische stromen. Als de belasting te hoog is, onderbreekt de automaat het elektrische circuit. Installatieautomaten vervangen meer en meer de klassieke porseleinen smeltpatronen. Een 16 Ampère installatieautomaat mag maximaal 3680W schakelen.
Er geldt een aantal specifieke eisen: toestellen met een hoger verbruik dan 2000W moeten zijn voorzien van een eigen installatieautomaat. Dat geldt bijvoorbeeld voor wasmachines en wasdrogers. Een kookgroep kan toegepast worden bij kooktoestellen (inductie/keramisch) met een maximaal aansluitvermogen van ten hoogste 7300 watt. Bij kooktoestellen met een aansluitvermogen vanaf 7400 t/m 11.400 watt dient gebruik te worden gemaakt van een krachtgroep, welke alleen kan worden toegepast bij een 3-fasen aansluiting. Volgens NEN 1010:2015 moeten pv-systemen (zonnepanelen) direct worden aangesloten op een eigen ‘eindgroep’. Op deze eindgroep mogen geen andere eindverbruikers worden aangesloten (of wandcontactdozen aanwezig zijn).
Het kan aantrekkelijk zijn om extra groepen aan te laten leggen, meer dan volgens de normen noodzakelijk is. Dan kunnen bijvoorbeeld de vriezer en de koelkast een aparte aansluiting bij voorkeur met een eigen aardlekbeveiliging krijgen. Dat vergroot de kans dat deze blijven werken als er problemen zijn met andere apparatuur.
De ontwikkeling van de groepenkast staat niet stil. Er zijn bijvoorbeeld experimenten om woningen op gelijkstroom te laten draaien. En er worden nieuwe componenten ontwikkeld, bijvoorbeeld voor het voorspellen van fouten. Al wel op de markt, maar nog niet algemeen toegepast is de aardlekschakelaar die zichzelf na een paar minuten weer inschakelt. Fijn als bijvoorbeeld onweer de oorzaak van het uitschakelen was. Het voorkomt een stinkende koelkast na thuiskomst van vakantie.
Bron: Installatiejournaal 18 sep 2019
Auteur: Ferdinand Pronk